Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tar·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Italiaans

Werkwoord

tarreren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tarreren
tarreerde
getarreerd
zwak -d volledig
  1. (handel) het bepalen van het niet bruikbare gewicht
  2. het op nul stellen van een digitale weegschaal nadat de lege verpakking op de weegschaal is gezet
Vertalingen

Gangbaarheid

21 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen