• tank·beurt
enkelvoud meervoud
naamwoord tankbeurt tankbeurten
verkleinwoord tankbeurtje tankbeurtjes

de tankbeurtv / m

  1. de keer dat men een vloeibare brandstof in een voertuig pompt
     'Mijn laatste tankbeurt was in Magdeburg.[1]
     Benzine is op rantsoen. Op veel plekken krijg je per tankbeurt nog maar tien liter benzine, diesel slechts vijf en daarvoor sta je een half uur of langer in de rij. Een stel uit Kiev heeft al tien liter gehaald en staat nu wéér in de rij. Ze moeten nog drie keer aanschuiven en de tank is vol en daarmee kunnen ze verder. Ze waren gevlucht, logeerden bij vrienden en gaan nu weer terug naar huis, in Kiev.[2]
  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026334672
  2.   Weblink bron “Oorlog verslaan in Oekraïne: nog maar 5 liter benzine” (woensdag 4 mei 2022, 17:30), NOS