tandenborstelsnor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tan·den·bor·stel·snor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandenborstelsnor tandenborstelsnorren
verkleinwoord tandenborstelsnorretje tandenborstelsnorretjes

Zelfstandig naamwoord

de tandenborstelsnorm

  1. een snor die verdacht veel lijkt op een tandenborstel
    • voor het ontstaan van de tandenborstelsnor kunnen we nog geen evolutionaire verklaring vinden, sprak de bioloog 

Gangbaarheid