• ta·kel·be·drijf
enkelvoud meervoud
naamwoord takelbedrijf takelbedrijven
verkleinwoord

het takelbedrijfo

  1. (economie) (verkeer) bedrijf dat auto's die niet meer zelfstandig kunnen rijden kan wegtakelen
     Toen de politie ter hoogte van de afslag Nootdorp op de A12 de auto nog een keer probeerde te laten stoppen, ramde de bestuurder twee politie-auto's. Alledrie de auto's raakten beschadigd, waardoor een takelbedrijf de politie-auto's en de gestolen auto moest meenemen.[1]
  2. (economie) bedrijf gespecialiseerd in het tillen van zware voorwerpen
     Het plezierjacht blokkeerde twee rijstroken. De brandweer trok de boot richting de vluchtstrook. Een takelbedrijf heeft de plezierboot meegenomen.[2]
  1.   Weblink bron “Politie-auto's geramd bij Den Haag” (11-07-2012), NOS
  2.   Weblink bron “De boot is inmiddels getakeld” (05-10-2015), NOS