takelbedrijf
- ta·kel·be·drijf
- samenstelling van takel zn en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | takelbedrijf | takelbedrijven |
verkleinwoord |
het takelbedrijf o
- (economie) (verkeer) bedrijf dat auto's die niet meer zelfstandig kunnen rijden kan wegtakelen
- ▸ Toen de politie ter hoogte van de afslag Nootdorp op de A12 de auto nog een keer probeerde te laten stoppen, ramde de bestuurder twee politie-auto's. Alledrie de auto's raakten beschadigd, waardoor een takelbedrijf de politie-auto's en de gestolen auto moest meenemen.[1]
- (economie) bedrijf gespecialiseerd in het tillen van zware voorwerpen
- ▸ Het plezierjacht blokkeerde twee rijstroken. De brandweer trok de boot richting de vluchtstrook. Een takelbedrijf heeft de plezierboot meegenomen.[2]
- Het woord takelbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Politie-auto's geramd bij Den Haag” (11-07-2012), NOS
- ↑ Weblink bron “De boot is inmiddels getakeld” (05-10-2015), NOS