takelbalk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ta·kel·balk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van takel zn en balk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | takelbalk | takelbalken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de takelbalk m
- een uit een gebouw stekende balk met een takel bij pakhuizen maar ook bij woonhuizen om verhuizingen te vergemakkelijken
Gangbaarheid
- Het woord takelbalk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.