IJslands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·ka á mó·ti
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de IJslandse woorden taka, á en móti
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
taka á móti tók á móti tókum á móti tekið á móti
sterke
verbuiging
volledig

Werkwoord

taka á móti

  1. overgankelijk bekomen, krijgen, ontvangen
    «Tóku á móti barni í aust­ur­borg­inni.»
    Een kind ontvangen in het oosten van de stad.