Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·fel·pre·si·dent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tafelpresident tafelpresidenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tafelpresidentm

  1. de leider van een officieel diner
    • De tafelpresident stelt een dronk op de koning voor. 

Gangbaarheid