tactloos

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tactloos    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tact·loos

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van tact met het achtervoegsel -loos

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	tactloos	tactlozer	tactloost
verbogen	tactloze	tactlozere	tactlooste
partitief	tactloos	tactlozers	-

Bijvoeglijk naamwoord

tactloos

1. zonder tact

Antoniemen

• tactvol

Afgeleide begrippen

• tactloosheid

Gangbaarheid

• Het woord tactloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tactloos" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.