taartblik
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taart·blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taartblik | taartblikken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het taartblik o
- (kookkunst) ronde metalen bakvorm
- ▸ Zet de taart vierentwintig uur in de ijskast. Op je verjaardag keer Je de taart om op een groot bord. Dat omkeren gaat gemakkelijker als je het taartblik eerst even in warm water legt, maar zorg dat de taart niet nat wordt[3]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'taartblik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Verjaardagstaart in: Trouw , jrg. 36 nr. 10551 (9 september 1978), Organisatie Trouw, Meppel, p. 31 kol. 4