taalsituatie
- taal·si·tu·a·tie
- samenstelling van taal zn en situatie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalsituatie | taalsituaties |
verkleinwoord |
de taalsituatie v
- taalgebruik in een bepaalde omgeving in een bepaalde periode
- ▸ Om de zoveel jaar moet iedere gemeente echter een nieuwe registratie van de taalsituatie uitvoeren en als blijkt dat het aantal Finssprekenden een bepaald percentage is gaan overstijgen, helpt er niets aan en zal het Zweeds als voertaal ook in Ekenäs moeten inleveren.[1]
- ▸ De cursus wordt gegeven in het dialect van de docent. In totaal geven tien docenten de cursus, onder wie hoogleraren, dialectologen en (oud–)docenten van Hogescholen. Afgestudeerden hebben volgens Veldeke een goed inzicht in de Limburgse taalsituatie en grammatica, beheersen de spelling en hebben kennis van de literatuurgeschiedenis van het Limburgs.[2]
- ▸ Een team van vier mensen van Bijbelvertaalorganisatie Wycliffe is bezig met onderzoek naar de taalsituatie van het Romani (de taal van de Roma) in Roemenië.[3]
- Het woord taalsituatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Zweedse taal in Finland bedreigd” (30-05-2003), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Cursus Limburgs op HBO–niveau” (06-11-2003), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Gerrit van Dijk“De geschiedenis van Abraham voor Roemeense Roma” (30-10-2008), Reformatorisch Dagblad