taalcompetentie
- taal·com·pe·ten·tie
- samenstelling van taal en competentie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalcompetentie | taalcompetenties |
verkleinwoord | - | - |
de taalcompetentie v
- (taalkunde) het vermogen om een taal voort te brengen en te begrijpen
- Het woord 'taalcompetentie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.