taakveld

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  taakveld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• taak·veld

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  taak zn  en  veld zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	taakveld	taakvelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het taakveld o

1. de onderwerpen waar iets of iemand zich bij zijn werk moet bezighouden

   ▸ In het Theaterhotel belichtten zeven officieren de belangrijkste ontwikkelingen uit hun taakveld.

   ▸ Een taakveld waar we op bezuinigd hebben. Dat is geen excuus, maar dat maakt alles wel een stuk lastiger.

   ▸ Het taakveld is verbreed, waardoor de aandacht voor toezicht vermindert.

Synoniemen

• werkveld, werkterrein

Gangbaarheid

• Het woord taakveld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.