Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sus·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord susser sussers
verkleinwoord sussertje sussertjes

Zelfstandig naamwoord

de susserm

  1. iemand die probeert een ruzie of conflict te beëindigen
     Man steekt Almelose susser met kapotte fles in arm[1]
  2. iemand die lid is van een team dat probeert opstootjes en ongeregeldheden in het uitgaansleven te smoren


Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Man steekt Almelose susser met kapotte fles in arm” (Redactie 21-04-2014), Tubantia