Nederlands

 
sushibar
Uitspraak
Woordafbreking
  • su·shi·bar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sushibar sushibars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sushibarv / m

  1. klein restaurant of bar waar je sushi kan eten
    • De wetenschappers onderzochten ruim 280 gerechten uit meer dan 150 restaurants, sushibars en kantines. [1] 
    • Behalve de nieuwe 'perfect sky' in het strodorp, met aan de zijkanten een hoogte van 5,50 meter, zijn er ook op culinair gebied nieuwe ontwikkelingen. Zo komt er een mobiele sushibar en een pizzeria met authentieke steenoven. Voor modeshows en enkele andere activiteiten komen er een overdekte catwalk en een nieuw buitenpodium. [2] 
    • VVD'er Gerjan Teselink concludeerde: "U pleit voor een sushibar in Berkelland." Vervolgens liet hij echter volgen: " Maar het is een goed idee: de Achterhoek als Farmers' Part of Amsterdam verkopen. Laat de toeristen maar komen." [3] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen