• sun·dags·kle·de
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden sundag en klede met het invoegsel -s-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sundagsklede     sundagskledet     sundagsklede     sundagskleda  

sundagsklede, o

  1. (kleding) zondagse kleren

sundagsklede

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van sundagsklede