Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kleden

klede

  1. aanvoegende wijs van kleden
     Men klede zich in het grijs (niet al te lichtgrijs). Te paard drage men een pantalon met sous-pieds.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    F.L. Bastet
    Reizigers naar Griekenland in: Maatstaf., jrg. 27 nr. 2 (februari 1979), Arbeiderspers, Amsterdam, p. 61