Sucre
Suiker


sucre

  1. (voeding): suiker


sucre m

  1. suiker


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  sucre     le sucre     sucres     les sucres  

sucre m

  1. suiker
vervoeging van
sucrer

sucre

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sucrer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van sucrer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van sucrer