• sub·si·die·loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen subsidieloos subsidielozer subsidieloost
verbogen subsidieloze subsidielozere subsidielooste
partitief subsidieloos subsidielozers -

subsidieloos

  1. zonder subsidie
    • In de vrije toneelproducties werkt men subsidieloos. 
    • We moeten ons realiseren dat we een bijna subsidieloos tijdperk tegemoet gaan.