Nederlands

 
acrice wrodt onder handen genomen onder supervisie van een styliste
Uitspraak
Woordafbreking
  • sty·lis·te
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van stylist met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord styliste stylistes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stylistev

  1. (beroep) vrouwelijk iemand die stijladvies geeft aan anderen
    • De styliste, de vrouw die het totaalbeeld van haar uiterlijk bewaakt, verschikt nog een plooi van de jurk. Thekla zet de handen in haar zij, bevoelt het harnas, kijkt in de spiegel, één wenkbrauw licht opgetrokken. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Hans Steketee 23 december 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be