• sty
  • [1] Afkomstig van de Oudengelse woorden "sti" en "stig" (hal).
  • [2] Verwant aan Nederlands stijg.
enkelvoud meervoud
sty sties
styes

sty

  1. (bouwkunde), (veeteelt) varkensstal
  2. (medisch) strontje, zweertje op ooglid

sty

  1. overgankelijk, (veeteelt) in een stal houden
  2. onovergankelijk in een zwijnenstal wonen