Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·die·mi·gra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studiemigratie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de studiemigratiev

  1. (tijdelijke) verhuizing naar een andere land om daar een studie te volgen
     Een toenemend aandeel van de mensen van buiten de EU komt naar Nederland voor werk. Samen met studiemigratie is dat ongeveer de helft van alle niet-Europese immigranten. Asielmigratie was vorig jaar een kwart van alle immigranten en gezinsmigratie bedroeg ongeveer een derde. Dat zijn ook lang niet alleen maar mensen van wie familie als asielmigrant naar Nederland zijn gekomen, maar ook gezinsleden van mensen die hier voor werk heen kwamen.[1]
     SGP wil een systeem ontwikkelen voor seizoens-, arbeids- en studiemigratie "met strikte voorwaarden en quota". Wellicht kunnen ze de VVD de hand schudden, want die wil selecteren met een puntensysteem, waarin opleidingsniveau, taalkennis en werkervaring terugkomen. Of anders Forum voor Democratie, die pleit voor een Greencard-systeem naar Amerikaans model voor tijdelijke arbeidsmigranten.[2]
     Het aantal immigranten uit niet-westerse landen steeg ook flink. Het ging vooral om asielzoekers en nareizigers, mensen die naar Nederland komen om met familie herenigd te worden. Maar ook arbeids- en studiemigratie uit niet-westerse landen nam toe.[3]


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Overzicht achtergrondgesprekken Ophef-aflevering omvolking” (Vrijdag 21 oktober 2022, 18:00), NOS
  2.   Weblink bron
    Guus Dietvorst
    “Haagse plannen: asielstop, asielsteden en arbeidsmigrantenquotum” (Vrijdag 12 maart 2021, 08:24), NOS
  3.   Weblink bron “Nooit eerder verhuisden er zo veel mensen naar en uit Nederland” (Donderdag 18 oktober 2018, 01:09), NOS