stucmarmer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stucmarmer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• stuc·mar·mer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  stuc  en  marmer 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stucmarmer	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het stucmarmer o

1. in stuc nagebootst marmer

Gangbaarheid

• Het woord stucmarmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.