stroper
- stro·per
- Naamwoord van handeling van stropen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroper | stropers |
verkleinwoord | stropertje | stropertjes |
de stroper m
- een jager of visser zonder akte of vergunning
- Het woord stroper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stroper" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be