strooplikker
- stroop·lik·ker
- afgeleid van strooplikken met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strooplikker | strooplikkers |
verkleinwoord | - | - |
de strooplikker m
- Het woord strooplikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strooplikker" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ strooplikker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be