Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroom·rug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stroomrug stroomruggen
verkleinwoord stroomruggetje stroomruggetjes

Zelfstandig naamwoord

de stroomrugm

  1. (geologie) een verhoging in het landschap ontstaan als een oeverwal langs een verdwenen rivierloop
    • Op de verhoging van een stroomrug is soms lintbebouwing aan te treffen. 

Gangbaarheid

43 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be