stroom uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stroom uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstrom ˈœyt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- stroom uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitstromen |
stroom (…) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen
- Ik stroom uit.
- gebiedende wijs van uitstromen
- Stroom uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen
- Stroom je uit?
Gangbaarheid
- Het woord stroom uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.