stroom terug

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stroom terug    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstrom t(ə)ˈrʏx / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• stroom te·rug

Woordherkomst en -opbouw

• uit stroom (werkwoord) en terug (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
terugstromen

stroom (…) terug

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugstromen
   

   • Ik stroom terug. 

2. gebiedende wijs van terugstromen
   

   • Stroom terug! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugstromen
   

   • Stroom je terug? 

Gangbaarheid

• Het woord stroom terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.