strooidop
- strooi·dop
- samenstelling van strooien ww en dop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strooidop | strooidoppen |
verkleinwoord |
de strooidop m
- kleine deksel met veel gaatjes waarmee men een poeder makkelijk, gedoseerd kan uitstrooien
- Veel gerechten vragen om een theelepel van een kruid of specerij. Een strooidop zit in dat geval alleen maar in de weg. Ook het vullen gaat veel fijner zonder zo’n irritante dop. En geloof ons: je gaat het ook niet missen. Je ontwikkelt razendsnel dat gevoel om je kruiden redelijk precies uit je potjes te kloppen. [1]
- Het woord strooidop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strooidop" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Magna Herba Zit er een strooidop op de potjes?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be