stromeloos
- Geluid: stromeloos (hulp, bestand)
- stro·me·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stromeloos | stromelozer | stromeloost |
verbogen | stromeloze | stromelozere | stromelooste |
partitief | stromeloos | stromelozers | - |
stromeloos
- doelloos
- We liepen stromeloos door de stad te wandelen.
- Het woord 'stromeloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.