Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strea·men
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
streamen
streamde
gestreamd
zwak -d volledig

Werkwoord

streamen

  1. (informatica) (media) het verzenden en ontvangen van media door het in stukjes te verzenden en de plaatsing ervan in een buffer zodat het programma de media al kan afspelen voordat het volledig gedownload is
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid