Een strandopgang in petten op Wikipedia (nl).

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strand·op·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strandopgang strandopgangen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de strandopgangm

  1. pad of weg waarmee men over de duinen op het strand kan komen
     Samen met buurtgenoot Jos Nijhuis loop ik in de duinen. In ons enthousiasme missen we de strandopgang tussen Noordwijk en Zandvoort, zodat we 20,8 km doen.[1]
     De dorpskern van Monster heeft drie strandopgangen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De juwelier komt voorbij. Ik bijt op mijn tong” (22 oktober 2011) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron “Psssst..... niet doorvertellen” (2 juli 2010) op nrc.nl