strandbezoek
- strand·be·zoek
- samenstelling van strand zn en bezoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strandbezoek | strandbezoeken |
verkleinwoord |
het strandbezoek o
- de keer dat men naar het strand gaat
- ▸ Vooral de sanitaire voorzieningen die gesloten zijn en blijven, vormen een obstakel voor een strandbezoek.[1]
- ▸ Op de laatste dag van de reis ging het mis tijdens een strandbezoek in Tel Aviv.[2]
- ▸ Volgens Italiaanse media worden er maatregelen genomen, omdat toeristen nu zelfs al de avond voor hun strandbezoek stukken strand claimen met een handdoek en parasol.[3]
- Het woord strandbezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Woede onder strandtenteigenaren: de een mag open, de ander blijft dicht” (18-05-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Nederlander verdrinkt in Israël bij poging kinderen te redden” (28-10-2018,), NOS
- ↑ Weblink bron “Handdoekje leggen op Italiaans strand? Dat gaat je geld kosten” (09-08-2016), NOS