stoeppaal
- stoep·paal
- samenstelling van stoep en paal zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoeppaal | stoeppalen |
verkleinwoord | stoeppaaltje | stoeppaaltjes |
de stoeppaal m
- een paal die (in vroeger tijden) werd gebruikt om het deel van de stoep, dat in particulier bezit was, af te scheiden van het openbare gedeelte
- Het woord 'stoeppaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.