stoeier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stoeier    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• stoei·er

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van stoeien met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stoeier	stoeiers
verkleinwoord	stoeiertje	stoeiertjes

Zelfstandig naamwoord

de stoeier m

1. iemand die stoeit

Gangbaarheid

• Het woord 'stoeier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Afrikaans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stoeier	stoeiers

Zelfstandig naamwoord

stoeier

1. (sport) worstelaar

   «Die Olimpiese stoeier wat Brittanje se kandidaat vir 'n medalje by die Spele was, het positief getoets vir die hoogs verslawende dwelmmiddel amfetamien»

   De Olympische worstelaar die de Britse kandidaat voor een medaille op de Spelen was, is positief bevonden voor de uiterst verslavende drug amfetamine.