stilering
- sti·le·ring
- naamwoord van handeling van stileren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stilering | stileringen |
verkleinwoord |
de stilering v
- het om esthetische redenen iets eenvoudiger of abstracter weergeven
- ▸ Zo’n stilering van wat dagelijks de redding van velen is, moet worden beloond. De mooiste naald die wij mochten ontvangen, fijn van compositie en prachtig sober in z’n kleur en eenvoud.”[2]
- ▸ Het vrouwenbeeld uit de tijd van Thoetmosis III die deels met en na zijn tante (de vrouwelijke farao Hatsjepsoet) heerste, wordt door conservator Branko van Oppen vanwege de stilering ’erotisch’ genoemd.[3]
- Het woord stilering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stilering" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Sandra wint met de kracht van eenvoud” (23-11-2010,), Tubantia
- ↑ Weblink bron THEA DETIGER“Ochtendpleziertje voor de zonnegod” (24 feb. 2017), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be