stevenen
- ste·ve·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stevenen |
stevende |
gestevend |
zwak -d | volledig |
stevenen
- ergatief koers zetten, varen
- Eene eeuw later bezochten ook Nederlandsche zeereizigers deze gevaarlijke en toen nog weinig bekende wateren, alsmede de westkust van Amerika, en stevenden door de stille Zuidzee of den grooten Oceaan naar Oost-Indië.[2]
- Het woord stevenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stevenen" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ stevenen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ blz 654, Beknopte beschrijving van de Nederlandsche overzeesche bezittingen ..., Volume 2, Marten Douwes Teenstra. 1852
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be