• stem·ont·hou·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord stemonthouding stemonthoudingen
verkleinwoord

de stemonthoudingv [1]

  1. de keer dat men tijdens een stemming geen stem uitbrengt
     Met één stemonthouding, omdat Kron nog altijd in het ziekenhuis lag.[2]
     Zelfs een stemonthouding was voor haar niet bespreekbaar, zei ze vanochtend. "Dit gaat over het belangrijkste onderwerp van onze tijd. Het ergste is dan niet duidelijk maken waar je voor staat."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026334672
  3.   Weblink bron “'No. No. No. No. No. No. No. No.': Britse kranten laken brexitchaos” (donderdag 28 maart 2019, 11:42), NOS