• stem voor
vervoeging van
voorstemmen

stem (…) voor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstemmen
    • Ik stem voor. 
  2. gebiedende wijs van voorstemmen
    • Stem voor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstemmen
    • Stem je voor?