voorstemmen
- Geluid: voorstemmen (hulp, bestand)
- voor·stem·men
- samenstelling van voor en stemmen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorstemmen |
stemde voor |
voorgestemd |
zwak -d | volledig |
voorstemmen [1]
- onovergankelijk bij een verkiezing zijn stem voor iets of iemand uitbrengen
- Het woord voorstemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.