stel schadeloos
- stel scha·de·loos
- uit stel (werkwoord) en schadeloos, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
schadeloosstellen |
stel (...) schadeloos
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schadeloosstellen
- Ik stel schadeloos.
- gebiedende wijs van schadeloosstellen
- Stel schadeloos!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schadeloosstellen
- Stel je schadeloos?
- Het woord stel schadeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.