Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stel scha·de·loos
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
schadeloosstellen

stel (...) schadeloos

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schadeloosstellen
    • Ik stel schadeloos. 
  2. gebiedende wijs van schadeloosstellen
    • Stel schadeloos! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schadeloosstellen
    • Stel je schadeloos?