Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stek·ker·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stekkergeld
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stekkergeldo

  1. geld dat men moet betalen als men een elektrische auto onnodig lang aan een laadpaal laat staan

Gangbaarheid