startprijs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  startprijs    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• start·prijs

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  start zn  en  prijs zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	startprijs	startprijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de startprijs m

1. (economie) de prijs waarmee een veiling begint

   ▸ Omdat de startprijs ronduit belachelijk was, bood Konrad Meiler mee, en toen hij eenmaal was begonnen kon hij niet meer stoppen.

   ▸ Volgens Sotheby's deden duizend bieders uit dertig landen mee aan de veiling. Vooraf had het veilinghuis gezegd dat er voor elke beurs wat aanwezig zou zijn; er waren genoeg voorwerpen die een startprijs van een paar honderd euro hadden.

2. laagste prijs waarvoor men iets kan kopen

   ▸ Zo komt Opel met de nieuwe Ampera-e, met een startprijs van ruim 40.000 euro.

Gangbaarheid

• Het woord startprijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.