• star·ta
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord starte.
Naar frequentie > 50000
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud starta
o enkelvoud starta
meervoud starta
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
starta

starta

  1. gestart

starta

  1. verleden tijd van starte
  2. voltooid deelwoord van starte


  • star·ta
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van de Nynorske werkwoorden starta en starte.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud starta
o enkelvoud starta
meervoud starta
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
starta

starta

  1. gestart

starta

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast starte, zie aldaar

starta

  1. verleden tijd van starta
  2. voltooid deelwoord van starta

starta

  1. gebiedende wijs van starta

starta

  1. verleden tijd van starte
  2. voltooid deelwoord van starte

starta

  1. gebiedende wijs van starte


stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
starte
startede
startet
volledig

starta

  1. starten