• stald·gød·ning
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden stald en gødning met het achtervoegsel -ning
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   staldgødning     staldgødningen     -     -  
genitief   staldgødnings     staldgødningens     -     -  

staldgødning, g (geen meervoud)

  1. (veeteelt) stalmest, dierlijke mest