Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadsnet stadsnetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stadsneto

  1. netwerk van gasbuizen en elektriciteitsleidingen in een stad
    • Bestuurlijke chaos, stakingsacties, zestig roestende kernonderzeeërs en een haperende stroomtoevoer - dat zijn de explosieve elementen van Vladivostok, de uiterste oosthoek van Rusland. Valeri Boetov heeft een oplossing: sluit de reactoren van de slooprijpe onderzeeërs aan op het stadsnet. De regering-Jeltsin is al met een proef begonnen. [1] 
    • Er zijn in 2012 meer adressen afgesloten van elektriciteit (19.421) dan van gas (15.236). Dit komt doordat veel huishoudens geen aparte gasaansluiting hebben maar op het stadsnet zijn aangesloten. [2] 
  2. netwerk van wegen voor een stad
    • Het fietsrouteproject is niet helemaal afgemaakt. De subsidie van de overheid stopte in 1985. Er waren toen, afgezien van het stadsnet, twee wijknetten af: een vooroorlogse woonwijk ten westen van het centrum en de nieuwe woonwijk Tanthof in het zuiden. De rest moet de gemeente zelf financieren, maar de bereidheid om in eigen buidel te tasten blijkt gering. Er wordt jaarlijks een ton besteed aan het onderhouden van de fietspaden. Geld voor het voltooien van alle wijknetten is er niet. [3] 
    • De twee mannen wilden volgens de politie allebei instappen op een station van stadsnet S-Bahn in het centrum van Stuttgart. Een 34-jarige man kwam door nog onbekende oorzaak ten val en viel op het spoor. Zijn vriend sprong achter hem aan en hielp hem weer op het perron te klimmen. Zelf was de 42-jarige man te laat toen een andere trein binnenreed. Hij raakte bekneld en overleed op de plaats van het ongeluk. [4] 
Hyponiemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen