stadsburger
- Geluid: stadsburger (hulp, bestand)
- stads·bur·ger
- Samenstelling van de genitiefvorm van stad met het invoegsel -s- en burger (burger des stads, burger van de stad).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stadsburger | stadsburgers |
verkleinwoord | stadsburgertje | stadsburgertjes |
de stadsburger m
- een burger van een stad
- Recentelijk is er een stadsburger om het leven gekomen.
- Het woord 'stadsburger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.