Er stabbur
Een pakhuis
  • stab·bur
Naar frequentie 186497
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stabbur     stabburet     stabbur     stabbura
stabburene  
genitief   stabburs     stabburets     stabburs     stabburas
stabburenes  

stabbur, o

  1. (historisch) een pakhuis staand op duigen (een korter uitgesneden stuk van een dikke boomstam) of op steen


  • stab·bur
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stabbur     stabburet     stabbur     stabbura  

stabbur, o

  1. (historisch) een pakhuis staand op duigen (een korter uitgesneden stuk van een dikke boomstam) of op steen