spreekster
  • spreek·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord spreekster spreeksters
verkleinwoord spreekstertje spreekstertjes

de spreeksterv

  1. vrouw die het woord voert
    • Na haar sprak mevrouw Suzanna Hamdani uit Bandoeng, een der oprichtsters van de vereniging, ‘geroutineerd spreekster’ zoals dat heet, en bijna 10 jaar militante. <ref>
     Aan het eind van de avond kreeg nog een aantal leden het woord. Een spreker bedankte voor "heldere uitleg", en een andere spreekster was "heel gelukkig" omdat ze het NSC-geluid weer duidelijk gehoord had. De antwoorden op de gestelde vragen zullen nog op de website worden gezet, beloofde Omzigt, die erkende dat er aan de communicatie nog wel wat te verbeteren valt. "We zijn een jonge partij en we maken wel eens een foutje. Maar het zal iedere dag beter gaan."[1]
  1.   Weblink bron “NSC-top probeert op ledenbijeenkomst beroering onder achterban te beteugelen” (Vrijdag 16 februari, 23:08), NOS