sportresultaat
- sport·re·sul·taat
- samenstelling van sport en resultaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportresultaat | sportresultaten |
verkleinwoord | sportresultaatje | sportresultaatjes |
het sportresultaat o
- de uitslag bij een sportwedstrijd behaald
- In de maandagkrant staan vaak de sportresultaten van de regionale sportclubs vermeld.
- Het woord 'sportresultaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.