sportnieuws
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sportnieuws (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sport·nieuws
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sport en nieuws
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportnieuws | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het sportnieuws o
- een uitzending of publicatie die gaat over de actuele ontwikkelingen in de sport
- Na het gewone journaal kwam het sportnieuws.
- de actuele ontwikkelingen in de sport.
- In de maandagkrant kun je vaak veel sportnieuws lezen.
Gangbaarheid
- Het woord sportnieuws staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.